2003

Het wijnjaar van de hittegolf. In Vingrau zijn de wijngaarden gewend aan de stress die grote droogten met zich meebrengen. Zowel de druivenrassen als de onderstammen worden hier al eeuwen lang speciaal op geselecteerd. Door twee keer te ploegen met de rupsmachine en de ezel aan het einde van de winter en het begin van het voorjaar is het gelukt de fijne oppervlaktevertakkingen van de wortels af te snijden op de plekken waar wij niet bij konden komen met de tractor. De wortels gaan weer de diepte in, op zoek naar water en voedsel, en verankeren zich dieper in het rotsgesteente zodat de druiven nog beter uiting geven van de minerale rijkdom van de bodem.

In september stopt het rijpingsproces ineens. Maar gelukkig is het slechts een kwestie van wachten en alles wordt geleidelijk aan weer normaal. De Carignan druiven spannen de kroon met een late oogst tot 23 oktober. Een verbluffende frisheid die onze mening sterkt dat het van groot belang is de wijnen al in een vroeg stadium te assembleren en de verschillende druivenrassen samen te laten rijpen. In de fles blijken de wijnen zich niet te kenmerken door «ingedikte» fruitaroma’s, waar wij allen zo bang voor waren. Nieuwe aanplant van 12.000 wijnstokken/hectare. Maar de bodem bleek daar niet genoeg op voorbereid en na een uitputtingslag van twee jaar hebben wij moeten besluiten één op de twee rijen te rooien. De natuur roept ons tot de orde en dwingt ons tot nederigheid.